Beste modelspoorbouwer.
De hedendaagse technieken, met name de besturing van de modelbaan geeft de modelspoorbouwer veel keuzemogelijkheden
als het gaat om een besturing of regeling van de spoorbaan.
Veelvuldig horen en lezen wij over de haast standaardoplossing voor de baan, het digitaliseren hiervan al of niet met de computer,
oftewel "digitaal" gaan. De mogelijkheden zijn hiermee bijna oneindig, met boosters, loc-controls, interfaces, translaters, bezetmelders
en keerlus-modules en vele andere mogelijkheden.
Ook het exact programmeren per lok of ander component in de computer is heden ten dage de normaalste zaak van de wereld.
Wie alle aspecten, zoals modelbouw, modelbaan, digitale besturing en regeling in zijn vingers heeft, zal zijn hobby optimaal kunnen
uitoefenen, ware het niet, dat naast het opzetten van de traditionele modelbouw en modelbaan, tòch ook nog veel kennis, alsmede programmatuurkennis nodig is om dit alles optimaal en vooral zelfstandig te kunnen beheren, ook op momenten wanneer hulp
van buiten even niet bereikbaar, oftewel afwezig blijkt te zijn.
De algemene trend is: alleen digitaal gebruiken als je zelf over voldoende kennis beschikt.
De modelspoorbouwer is per definitie een bouwer van een modelspoor, hetwelk een natuurlijke, alsmede nauwkeurige kopie moet
zijn gelijk aan het grote voorbeeld. De modelspoorbouwer herkent de raakvlakken die hij hiermee heeft in de vorm van:
- emoties;
-
op schaal bouwen;
- herinneringen;
- herkennen.
Op dit punt raken velen van ons HET SPOOR een beetje bijster, enerzijds door de soms al jarenlange verbondenheid met de
modelspoorbouw, anderzijds door de soms gedwongen, alsmede noodzakelijke kennis van programmeren en computers.
Nog niet zolang geleden was er nog geen sprake van digitaal en werden de modelspoorbanen voorzien van een trafo of
meerdere trafo’s en realiseerde men op deze wijze op dat moment via allerlei schakelingen en baansecties tòch
uitgebreide analoge regelingen en treinbewegingen.
In verschillende publikaties, die op dit moment de revue passeren, komen wij helaas maar al te vaak het vergelijk analogebaan
en een trafo met ovaaltje tegen.
Op deze manier zou er een verkeerde voorstelling van het geheel gecreëerd kunnen worden.
Ook in de analoge-techniek zijn thans veel componenten inzetbaar, die ook bij "digitaal" gebruikt worden.
De analoge-techniek is thans ook al zo ver, dat bijna alle taken die "digitaal" te verwezenlijken zijn, ook analoog te verwezenlijken zijn.
Het gaat om selecties en/of prioriteiten.
Het TERailways bloksysteem bevat veel van deze analoge-technieken en geeft standaard, zonder veel extra componenten
of modules een zeer realistisch en compleet rijgedrag.
Hierbij volgt een opsomming van de standaard-mogelijkheden, welke de TER-blokkaart biedt, hetwelk eenvoudig met een
10-polige bandkabel onderling met elkaar in verbinding staat.
Het doorverbinden is geen noodzaak, omdat ook handmatige inname op een TER-gedeelte plaats kan vinden vanuit een
handbediend trafo-gedeelte.
- Spanning via trafo en stabiblok. Dit blok verzorgt alle rijspanning van de gehele baan, alsmede de lichtseinen,
wissels, bezetmeldingen, enz..
Volledige blokbeveiliging, op basis van stroomafname in het blok, door middel van lokverlichting of wagon
met stroomafname. Tijdens bezetting van het blok is het onmogelijk dat een andere trein het blok binnen kan rijden.
Dus ingangssein op ROOD. Ook losgeraakte wagons met stroomafname (bijvoorbeeld weerstandslok op wielas)
zullen de blokbeveiliging activeren, hierdoor wordt een aanrijding met losse wagons voorkomeno p basis van
stroomafname in het blok, door middel van lokverlichting of wagon met stroomafname.
Seinbeeld-aansturing volgens het grote voorbeeld (LED of lampjes). De voorgaande blokken zullen rood,
respectievelijk geel sein geven. Dit is ook te combineren met letterbak bij groen en geel sein. Bij de wisselkaart
zal de afbuigende rijrichting altijd met GEEL genomen worden.
Seinen verspringen op het moment van passeren, dus trein onder het sein, dus niet ervoor of veel later !!!!!
Railszijdig is het blok door isolatie-punten in 3 secties verdeeld, namelijk:
- snelheidsectie;
- afremzonesectie;
- stopsectiezone.
De sneldheid is per blok in te stellen met 3 afzonderlijke "pot"-meters en af te stemmen aan de hand van de baanligging, zoals in een
bocht stijgend of dalend, vertraging of versnelling om wat voor reden dan ook.
RIJGEDRAG PER BLOK.
Met de genoemde "pot"-meters is het mogelijk om:
1. de maximum-snelheid;
2. de minimum-snelheid;
3. de afremming, c.q. versnelling
per blok te regelen. Indien het blok met een normale rijsnelheid gepasseerd wordt, zal de afrem- en stopzone dezelfde snelheid
overnemen als de snelheidszone.
RIJGEDRAG GEKOPPELDE BLOKKEN.- Alle blokken dienen met de 3 "pot"-meters ingeregeld te worden.
|