TER Trans Electronic Railways Benelux Het analoog bloksysteem
Info: terail30@terailways.nl update: 07/11-2010
Home Nederlands      Produkten      Stabiblok 610.91 + 610.92
TRANS  ELECTRONIC  RAILWAYS BENELUX 
                        

Analoog rijden volgens het grote voorbeeld.

INFORMATIEBLAD      STABIBLOK  TER 610.91,  610.92 

FUNKTIE.

STABIBLOK

Het stabiblok zorgt ervoor dat de wisselspanning van de transformator  wordt omgezet in een afgevlakte gelijkspanning, om een 20 tal blokkaarten te voorzien van de nodige energie. Door het plaatsen van een volger stabiblok is het aantal blokkaarten met wederom 20 stuks te verhogen. De aansluiting naar de blokkaarten loopt via de unieke 10 polige bandkabel naar aansluitpoort“databus”.

Van deze stabiblokken zijn er twee versies, de de regelbare TER 610.91 en de volger TER 610.92.

TER 610.91

Deze stabiblok zet de wisselspanning van de transformator om in een gelijkspanning. Hij is bedoeld voor grotere circuits, en is beveiligd tegen kortsluiting en overbelasting. Op het controlepaneel is zowel de rijrichting als de snelheid over de gehele baan instelbaar. Net zoals de stabiblok TER 610.90, is langs de ene zijde de “databus 1” voorzien om de aansluiting met de blokkaarten te vormen. Bijkomend is hier de “databus 2”. Hierop kan een tweede reeks blokkaarten aangesloten worden om de baan in twee richtingen te laten berijden. Hierbij is de aansluiting tussen de blokkaart en de sporen iets anders. Meer daarover in het hoofdstuk “dubbele rijrichting”.

Langs de andere kant van de “databus 1” is ook nog een aansluiting voorzien voor het controlepaneel.

Hiervoor wordt een 10-polige kabel van de nodige lengte voorzien van 2 TER-connectoren. Hierbij wel oppassen voor de polariteit van de 2 connectoren.

Aan  de andere zijde van de kaart zijn er een paar aansluitklemmen. Aan de rechterzijde zijn er twee klemmen om de transformator op aan te sluiten. Aangezien deze stabiblok dient voor grotere circuits, moet ook de transformator een voldoende groot vermogen kunnen leveren. Dit kan met de transformator TER-118.06. Deze transformator is voorzien van zekeringen en levert 120VA bij 18V. Indien een andere transformator gebruikt wordt, moet hij voorzien zijn van de nodige beveiligingen.

Aan de linkerzijde zijn er klemmen voorzien om een gelijkstroom van de stabiblok te gebruiken voor accessoires. Dit zijn de klemmen 1 en 2.

Op klem 3 kan de plus van een handbediend spoorstuk aangesloten worden. Hiermee kan men een handbediende trein in het TER bloksysteem laten binnenkomen zonder horten of stoten.

Klem 4 is hetzelfde als klem 3, maar voor de andere rijrichting.

Op klem 5 kan een extern signaal aangesloten worden om de stabiblok om te polen.

Op deze kant van de printkaart staan ook nog twee rode LED’s.  Deze lichten op bij een overbelasting of kortsluiting. De ene voor de rijspanning en de andere voor het electronica gedeelte. Deze twee meldingen worden overgenomen op het bedieningspaneel.

Het bedieningspaneel

Het bedieningspaneel wordt met een 10-polige kabel verbonden met de stabiblok TER-610.91

Bij het bedieningspaneel hoort een frontplaat uit zwart zelfklevend polycarbonaat.

Deze frontplaat kan tevens dienst doen als matrijs om de gaten in de plaat te boren waar de drukknoppen, de draaiknoppen en de LED’s komen.

Op dit bedieningspaneel zijn er twee drukknoppen, voor het bepalen van de rijrijrichting van de treinen. De rijrichting is zichtbaar door de twee LED’s, een groene voor de vooruitstand en een gele bij het achteruitrijden.
 
 
 TER 610.92

Deze stabiblok is gelijk aan de TER 610.91. Alleen heeft deze uitvoering geen bedieningspaneel.

Hij is alleen bedoeld om in grote circuits een extra transformator te kunnen aansluiten.

Voor het bijplaatsen van deze stabiblok wordt de databusverbinding tussen twee kaarten ontkoppeld, en omgelegd via de databus van de stabiblok TER 610.92. Op  deze stabiblok wordt op dezelfde manier als bij de TER 610.91 een transformator aangesloten.

De bediening van de stabiblok TER 610.92 zal plaats vinden met de handbediening van heteerder geplaatste stabiblok TER 610.91. Hiervoor wordt een 10-polige kabel voorzien van twee TER-connectoren gebuikt.

 Deze kabel wordt op de eerste stabiblok (TER 610.91) aangesloten op de lintkabel die vertrekt boven de aansluiting naar het bedieningspaneel. Op de stabiblokvolger (TER-610.92) wordt hij aangesloten op de plaats die op een TER-610.91 voorzien is voor de kabel naar het bedieningspaneel.

Bij een kortsluiting of overbelasting van deze stabiblokvolger, zal er een led oplichten op de kaart. Deze melding wordt overgenomen op het bedieningspaneel van de eerste stabiblok.